EU bereikt groene 2040-overeenkomst

Milieuministers van de EU hebben een nieuw groen kader voor 2040 goedgekeurd, waarin een doelstelling is vastgelegd om de netto-emissies met 90 procent te verminderen ten opzichte van 1990 en waarin wordt bepaald hoe internationale CO₂-markten de ambities van de EU kunnen ondersteunen. De overeenkomst, die tot stand kwam na bijna een volledige dag onderhandelen in Brussel, omvat ook een uitstel van één jaar voor de invoering van het tweede emissiehandelssysteem (ETS2) van de EU.

EU Reaches 2040 Green Deal, Paving Way for Article 6 Credit Use_visual 1Groene boompjes voor het hoofdkwartier van de EU, met ministers op de achtergrond. AI-gegenereerde afbeelding.

Een belangrijk onderdeel van de overeenkomst is het plafond voor het gebruik van internationale CO₂-certificaten. De goedgekeurde compromistekst staat toe dat hoogwaardige Artikel 6-certificaten ‘tot 5 procent van de netto-emissies van de EU in 1990’ mogen uitmaken bij het behalen van de doelstelling voor 2040. In de praktijk beperkt dit de afhankelijkheid van externe compensatie en betekent het dat 85 procent van de reductie binnen de EU moet worden gerealiseerd. Hoewel het gebruik van deze certificaten gepland staat voor 2036, kwamen ministers overeen dat een ‘pilotperiode […] voor de periode 2031–2035’ ook kan worden overwogen.

De overeenkomst gaat verder dan het eerdere voorstel van de Europese Commissie, dat een kleinere bijdrage van 3 procent beoogde, alleen toepasbaar buiten het bestaande emissiehandelssysteem (ETS1). Doordat die beperking nu vervalt, biedt het bijgewerkte kader ruimte om Artikel 6-certificaten na 2030 op te nemen in ETS1, wat de kosten voor sectoren zoals de luchtvaart, energieproductie en zware industrie mogelijk kan verlagen.

Ministers gingen ook in op de toekomst van gratis toewijzingen binnen ETS1. In de definitieve tekst staat dat ‘de Commissie tijdig een tragere afbouwroute voor de gratis toewijzing van emissierechten vanaf 2028 moet overwegen’. Dit wijst op extra flexibiliteit voor industrieën die worden geconfronteerd met wereldwijde concurrentie. Volgens de huidige wetgeving worden gratis emissierechten volledig afgebouwd tegen 2034, parallel aan de uitbreiding van het CO₂-grensmechanisme.

Ook kregen lidstaten zelf extra speelruimte. Volgens de Deense klimaatminister Lars Aagaard maakt de aangepaste clausule het landen mogelijk ‘om hoogwaardige internationale certificaten te gebruiken om tot 5 procent van hun doelen en inspanningen na 2030 in te vullen’.

Een ander onderdeel van het pakket bevestigt dat de EU permanente binnenlandse CO₂-verwijdering wil opnemen in ETS1 om ‘residuele moeilijk te vermijden emissies te compenseren’.

Qua beleidsplanning keurde de Raad het uitstellen van ETS2 (dat betrekking heeft op wegvervoer en gebouwverwarming) goed tot januari 2028, na zorgen van verschillende lidstaten over kosten en prijsvolatiliteit. Europees commissaris Wopke Hoekstra verzekerde ministers ervan dat de Commissie alsnog maatregelen zal nemen ‘om de inwerkingtreding van ETS2 te versoepelen’, waaronder mechanismen om extreme prijsschommelingen te beperken.

De Raad rondde ook de bijgewerkte Nationally Determined Contribution (NDC) van de EU af, waarmee een emissiereductiebereik van 66,25–72,5 procent voor 2035 wordt vastgesteld. Terwijl de NDC unanieme steun kreeg, werd de doelstelling voor 2040 afgewezen door Hongarije, Slowakije en Polen, en onthielden België en Bulgarije zich van stemming.

De volgende stap ligt bij het Europees Parlement, dat de tekst moet aannemen voordat deze in de milieuwetgeving van de EU kan worden opgenomen. De vroegst mogelijke stemming staat gepland voor de plenaire vergadering van 13 november.

Lees ook