De CO₂-markt groeit in een indrukwekkend tempo en trekt kopers aan uit een breed scala aan...
EU wordt grootste koper VN-CO₂-certificaten onder plan voor 2040

De Europese Unie zou binnenkort de grootste koper ter wereld kunnen worden van door de VN ondersteunde CO₂-certificaten, met een verwachte vraag van mogelijk 350 miljoen ton CO₂-equivalent tussen 2036 en 2040. Dit zou een belangrijke verschuiving betekenen in de wereldwijde vrijwillige CO₂-markt, aangewakkerd door het recente voorstel van de Europese Commissie (EC) om de klimaatdoelen aan te scherpen.
Het Białowieża-woud, het grootste oerbos van Europa en een UNESCO-werelderfgoedlocatie, strekt zich uit over Polen en Wit-Rusland, en is rijk aan zeldzame diersoorten. AI-gegenereerde afbeelding.
In het vorige week gepubliceerde ontwerpvoorstel voor een herziening van de Europese Klimaatwet stelt de EC een ambitieuze emissiereductie van 90% tegen 2040 voor, ten opzichte van het niveau in 1990. Om dit doel te helpen behalen, stelt de Commissie voor om gebruik te maken van internationale CO₂-certificaten onder Artikel 6 van het Akkoord van Parijs, met een maximum van 3% van de netto-uitstoot in 1990.
Hoewel het percentage van 3% nog niet is gekoppeld aan een exact aantal certificaten, biedt de interpretatie van Finland een indicatieve richting: als het gebruik geleidelijk oploopt van 0% in 2036 tot 3% in 2040, zou de EU in die periode ongeveer 347,6 miljoen ton aan certificaten kunnen inzetten. Dat zou het doel van Japan, dat streeft naar 200 miljoen ton tegen 2040, ruimschoots overtreffen.
Onafhankelijke ramingen bevestigen dit potentieel. Volgens marktanalysebureau ClearBlue Markets zou de vraag tussen de 315 en 378 miljoen ton kunnen liggen. Andere deskundigen, zoals Lambert Schneider van het Öko-Institut, schatten dat de vraag tegen 2050 zou kunnen oplopen tot wel 1 miljard ton, afhankelijk van hoe het beleid zich ontwikkelt.
Noord-Europese landen zoals Finland en Zweden hebben hun steun uitgesproken voor de flexibele benadering van de Commissie. De Finse minister van Klimaat en Milieu, Sari Multala, stelde dat het plan “stabiliteit biedt voor bedrijven die willen investeren in schone oplossingen.” Zweden noemde het gebruik van Artikel 6 een verstandige aanpak na 2030.
Daartegenover staat Tsjechië, waar premier Petr Fiala de doelstellingen als “onrealistisch” bestempelde en stelde dat klimaatbeleid in balans moet zijn met economische realiteit. Zijn partij kondigde aan dat zij de voorgestelde klimaatdoelen in de komende onderhandelingen zullen afwijzen.
Deze uiteenlopende standpunten onderstrepen de politieke complexiteit van het voorstel. Om wet te worden, moet het plan worden goedgekeurd door zowel het Europees Parlement als de Raad. Denemarken, dat momenteel het roulerend voorzitterschap van de EU bekleedt, zal het wetgevingsproces na het zomerreces verder begeleiden.
Een van de belangrijkste elementen van het voorstel is de erkenning van Artikel 6-certificaten door de Commissie. Veel betrokkenen zien dit als een manier om klimaatfinanciering naar ontwikkelingslanden te sturen. Projectontwikkelaar South Pole verwelkomde het voorstel als “een praktische stap om klimaatfinanciering te richten op de plekken waar het het hardst nodig is.”
Opmerkelijk is dat de Commissie niet voorstelt om deze certificaten opnieuw toe te laten tot het Europese emissiehandelssysteem (ETS), waar internationale certificaten tot 2012 werden geaccepteerd. In plaats daarvan wordt gesproken over de oprichting van een centrale EU-faciliteit die namens overheden certificaten zou aankopen. Dit moet marktverstoringen voorkomen en de kwaliteit van transacties waarborgen.
Ook lijkt er sprake van strengere regels voor naleving. Certificaten mogen alleen worden gebruikt als ze zijn gegenereerd in de periode 2036–2040, in overeenstemming met het zogeheten “no banking”-principe van het Akkoord van Parijs. Bovendien wil de EU enkel binnenlandse certificaten voor CO₂-verwijdering (CDR) toelaten tot het ETS, wat zorgen oproept over een mogelijk tekort aan aanbod naarmate het emissieplafond richting 2040 steeds verder wordt aangescherpt.
Terwijl deskundigen blijven onderzoeken hoe Artikel 6-certificaten en CDR-technologieën kunnen worden geïntegreerd, zullen de beslissingen die de komende maanden worden genomen, zowel het milieubeleid van de EU als de verdere ontwikkeling van de wereldwijde CO₂-markt mede bepalen.
