VS overweegt hoge heffingen op vervuilende import

Een nieuw wetsvoorstel in de Verenigde Staten – de Foreign Pollution Fee Act of 2025 – zou de wereldhandel flink kunnen opschudden door invoerheffingen in te voeren die gekoppeld zijn aan het emissieprofiel van geïmporteerde goederen. Het voorstel, gesteund door senatoren Bill Cassidy en Lindsey Graham, maakt deel uit van een bredere poging om Amerikaanse fabrikanten te steunen die werken onder strengere milieuregels.

Luchtfoto van een vrachtschip dat over een kalme oceaan vaart, met op de achtergrond een vrachtvliegtuig in de lucht. AI-gegenereerde afbeelding.

Het wetsvoorstel beschrijft een heffingsstructuur waarbij de hoogte van de invoerheffing afhangt van hoe CO₂-intensief buitenlandse goederen zijn vergeleken met soortgelijke Amerikaanse producten. Landen met hogere emissies – zoals China, Rusland, Vietnam, India en Taiwan – kunnen invoerheffingen tegemoet zien tot wel 200% op goederen als staal, aluminium, kunstmest en glas.

Volgens de concepttekst uit het wetsvoorstel geven Amerikaanse bedrijven momenteel jaarlijks circa 400 miljard dollar uit om te voldoen aan milieuregels. Met het voorgestelde beleid wil men het ‘speelveld gelijk trekken’ door importen uit landen met minder strenge milieuwetgeving zwaarder te belasten. China en Rusland worden specifiek genoemd omdat hun producten drie tot vijf keer meer CO₂ uitstoten dan hun Amerikaanse tegenhangers.

Om deze heffingen te compenseren, stimuleert het wetsvoorstel investeringen in CO₂-beheer. Bedrijven kunnen hun invoerheffing verlagen door gebruik te maken van gecertificeerde oplossingen voor koolstofafvang of CO₂-verwijdering (CDR) als van directe luchtvangst tot mariene verwijderingstechnologieën. Alleen permanente verwijderingen komen in aanmerking; compensaties uit natuurprojecten zoals bosprojecten tellen lager mee. Daarnaast moeten toegestane CDR-activiteiten plaatsvinden in de VS of bij goedgekeurde partnerlanden, waarbij projecten die gelinkt zijn aan ‘foreign entities of concern’, met name in China, worden uitgesloten.

De Foreign Pollution Fee Act verschijnt te midden van bredere onzekerheid in het Amerikaanse CO₂-beleid. De 45Q-belastingkorting – die lange tijd CO₂-afvang moest stimuleren – ligt onder vuur van beide politieke kanten vanwege de hoge kosten, geschat op 835 miljard dollar over 18 jaar. Intussen boeken andere regio’s vooruitgang: het Europese Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM) gaat een volgende fase in en verplicht importeurs vanaf 2026 te betalen voor de hoeveelheid CO₂ die in hun producten is verwerkt.

Ook al is het onduidelijk of de Amerikaanse wet het zal halen, de boodschap is duidelijk: CO₂-intensiteit wordt een steeds belangrijkere factor in wereldhandel. Voor industrieën wereldwijd betekent emissiereductie straks niet alleen duurzaamheid, maar ook concurrentiekracht.